zondag 24 augustus 2014

Meten is weten (en wie wat bewaart, die heeft wat)

En toen kreeg ik een jaarverslag van de Vereniging tot instandhouding van een Consultatiebureau voor Alcoholisme in de provincie Friesland in handen. Het verslagjaar is 1955.

Dat waren andere tijden. Alle vier medewerkers werden bij naam genoemd: een zenuwarts, een directeur, een reclasseringsambtenaar en een zuster voor maatschappelijk werk. Deze medewerkers hadden tezamen een caseload van 261 patiënten. Het valt op dat het gros van de patiënten uit de stad Leeuwarden afkomstig was. Daarnaast waren het vooral de Friese Wouden waar werk aan de winkel was.
Ook tegenwoordig komt absoluut en procentueel gezien een groot aantal van de klanten van de Friese verslavingszorg uit Leeuwarden. Maar de Friese Wouden zijn niet meer oververtegenwoordigd in de statistieken. De verslaggever van 1955 relativeert trouwens de cijfers: 'Men hechte overigens aan deze cijfers, die in grote trekken overeenstemmen met die van vorige jaren, geen overdreven betekenis, daar in vele gevallen de activiteit van de plaatselijke politie een grote rol speelt'.
Hoewel verslavingszorg nooit gemakkelijk is geweest, waren de problemen in 1955 wel overzichtelijker. Drugs-, gok- en gameverslaving waren onbekend en van de 261 patiënten waren er slechts vier vrouw. Maar sommige zaken zijn hetzelfde gebleven. De meeste alcoholisten waren in 1955 tussen de 40 en 49 jaar, nu is de gemiddelde Friese alcoholist 46.
Hoe het heden ten dage is gesteld met het beroep van de cliënten van de verslavingszorg, hun burgerlijke staat of de kerkelijke stroming waarbij zij aangesloten zijn, valt niet te achterhalen. Dat werd in 1955 allemaal keurig bijgehouden.
Het speerpunt voor de komende jaren ligt wat de verslaglegger betreft bij de jeugd. Bij hen bestaat het gevaar ‘dat een tot dusverre incidenteel drankgebruik op de duur zal omslaan in drankzucht’.
En dan de financiën. Die baarden het bestuur in die tijd ook al zorgen. Dat had onder meer te maken met tegenvallende inkomsten in de categorie ‘contributie en donatie’: slechts 331 gulden kon  de vereniging op de exploitatierekening noteren. Op een bij het jaarverslag gevoegd kaartje kon de lezer zijn gegevens invullen als hij lid/donateur wenste te worden van de vereniging. Van deze actie had men blijkbaar goede verwachtingen, want de begroting voor 1956 ging uit van 700 gulden contributie. Die begroting paste overigens op een half A5-je.
 

Bronnen:
- Jaarverslag 1955 van de Vereniging tot instandhouding van een Consultatiebureau voor Alcoholisme in de provincie Friesland
- Kengetallen VNN gemeenten Provincie Friesland 2013

vrijdag 22 augustus 2014

Leuker kunnen we het niet maken, makkelijker ook niet

December 2013.
Ik krijg een seintje van de sociale dienst dat er iets mis is met het postadres van mijn cliënt X. Hij lijkt bij de gemeente Groningen per 30 september 2013 te zijn uitgeschreven. Geen adres, geen recht op uitkering. Ik ga op zoek en bel eerst maar de maatschappelijke opvang, waar het postadres zich bevind. X staat gewoon ingeschreven. Ik bel de gemeente Groningen, afdeling burgerzaken. Inderdaad, X is bij de gemeente wèl uitgeschreven omdat hij niet gereageerd heeft op brieven van de gemeente, over dat postadres. Een deurwaarder deed onderzoek naar zijn adres omdat X een schuld had. Toen er geen reactie kwam, concludeerde de gemeente dat X dan wel geëmigreerd zou zijn en schreef hem uit. Omdat ambtelijke molens langzaam malen, werd die uitschrijving pas eind december 2013 zichtbaar in de systemen. Voordat we duidelijkheid hadden over wat er gaande was, was het half januari 2014.

Ik nam nogmaals contact op met het postadres. Men vertelde dat er twee mensen met de naam X waren, en dat het wel eens mis ging met het verdelen van de post. Het zou goed kunnen dat de post van de gemeente dus echt niet bij mijn X terecht gekomen was.
We moesten een nieuw postadres regelen.
Dat is geen sinecure; het is een heel rondje afwerken. Naar de sociale dienst voor een formulier met stempel. Met dit formulier naar het postadres voor een stempel. Met de 2 stempels naar burgerzaken en de inschrijving regelen. Met de inschrijving terug naar het postadres om een kopie af te geven en het origineel terug  naar de sociale dienst. Met frisse tegenzin begonnen X en ik aan de klus. Omdat mijn agenda vaak druk is duurde het even voor ik een paar uur tijd had om met X op pad te gaan.
Aangekomen bij de burgerzaken, we hadden een afspraak dus waren we lekker snel aan de beurt, strandden we meteen. Het gestempelde formulier was ouder dan 7 dagen en dat is niet toegestaan. We hadden een formulier van 10 dagen oud dus we werden retour afzender gestuurd. Een week later hebben we na een strak gecoördineerd beleid alsnog met een geldig formulier de inschrijving kunnen doen; wel via de afdeling immigratie want X was immers geëmigreerd. Eind goed, al goed zou je denken.

Maar nee. Omdat X pas per februari 2014 weer ingeschreven was bij de gemeente, kon het recht op uitkering vanaf oktober 2013 tot de datum van (her)inschrijving niet vastgesteld worden door de sociale dienst.  Ik moest een brief aan de gemeente schrijven met een verzoek om correctie van de datum van uitschrijving. Ik schreef een uitgebreide brief. De gemeente belde; de correctie zou doorgevoerd worden. Mooi zo.
Wat minder mooi was, was dat de belastingdienst inmiddels ook vernomen had, want dat geeft de gemeente door, dat X vanaf oktober 2013 niet meer over een adres beschikte. Met als gevolg, dat er geen recht meer was op zorgtoeslag.

Ik belde de belastingtelefoon. We schrijven april 2014.
In het systeem van de belastingdienst was zichtbaar, dat er een nieuwe inschrijving gedaan was bij de gemeente Groningen in februari 2014. Wat men niet kon zien, was de correctie die later doorgevoerd was. Ik moest maar even een paar weken wachten, dan zou het wel verwerkt zijn. Dat deed ik.
Intussen begonnen de brieven van de belasting binnen te komen, dat X onterecht zorgtoeslag had ontvangen en dit nu terug moest betalen.
Ik belde een week of 2 later weer naar de belastingtelefoon, en hoera, de correctie was daar nu ook bekend. Maar toen ik digitaal probeerde de zorgtoeslag weer aan te vragen vanaf oktober 2013, kon dat niet omdat het adres onbekend zou zijn. De belastingdienst vertelde, dat 'dit logisch was omdat het om een postadres, en niet om een woonadres ging'.
Huh? Bijna al mijn geachte cliënten hebben een postadres en wonen nergens, maar krijgen gewoon hun zorgtoeslag.
Men zou het uitzoeken en ik moest erover teruggebeld worden door een andere afdeling. Dat gebeurde een paar dagen later, om half 9 ’s ochtends. Ik had een drukke dag voor de boeg en zat in de auto. De medewerker van de belastingdienst wist mijn vraag te noemen, de volledige naam van X, en de datum waarop ik de vraag gesteld had. Maar ter controle moest ik de geboortedatum noemen en die wist ik niet uit mijn hoofd. Waarop de medewerker mijn vraag niet kon beantwoorden en wanneer kon ze mij terugbellen? Ik zou de rest van de dag niet in de buurt van mijn kantoor zijn, dus ik vroeg of het de dag erna kon. ’s Middags, ik zat met een cliënt in een apotheek, belde dezelfde mevrouw mij terug. Ik had nog steeds de geboortedatum niet paraat natuurlijk, waarop ik de mededeling kreeg dat dit de laatste dag was waarop mijn call beantwoord kon worden. Ik moest de volgende dag maar terugbellen en de vraag opnieuw ‘uitzetten’.

Dat heb ik dan maar gedaan. Ik zou er weer over teruggebeld worden en deze keer had ik de geboortedatum maar prominent genoteerd, dus kreeg ik antwoord. Het bleek dat ik de zorgtoeslag, omdat het om een postadres ging, niet digitaal aan kon vragen en dus moesten er papieren formulieren aangevraagd en teruggestuurd worden.
Ook dat hebben X en ik gedaan. Er gebeurde een tijdje niets. Er kwam geen post, maar ook geen zorgtoeslag binnen. Totdat X met twee dwangbevelen verscheen. De zorgtoeslag van 2013, 3 maanden, en voor 2014, nog eens 3 maanden moesten meteen worden betaald.

Ik ging weer bellen. 2014 bleek vrij snel opgelost, tenminste, dat leek zo. De medewerker van de belastingtelefoon kon zien dat er in juni een nieuwe aanvraag was binnengekomen en 2014 was weer toegekend, dus ik kon dat dwangbevel vergeten. Over 2013 kon hij geen antwoord vinden; ik meldde dat X gewoon recht had op de zorgtoeslag van die 3 maanden, maar dat dit nog niet toegekend was. Omdat er toch een dwangbevel gekomen was, vroeg ik of dat ingetrokken kon worden. Hierover moest ik worden teruggebeld. Zo gezegd zo gedaan; deze keer had men een boodschap ingesproken. Ik had volgens deze medewerker gevraagd naar een betalingsregeling, maar dat hoefde niet meer, want het openstaande bedrag was al verrekend met een bedrag wat X nog kreeg van de belastingdienst.

Dat was vreemd want X krijgt eigenlijk nooit geld terug van de belastingdienst. Ik belde er achteraan omdat ik wilde weten wat er dan precies verrekend was. Ik kreeg een vriendelijke medewerker aan de lijn die mij ongeveer 5 keer in de wacht moest zetten om te kijken wat er nu precies gebeurd was. Het bleek dat het openstaande bedrag van 2013, waar X wel recht op heeft maar wat  nog niet toegekend is, verrekend was met het bedrag wat hij over 2014 alsnog toegekend gekregen had. De kosten van het dwangbevel, 58,-- waren ook verrekend. Toen ik meldde dat dit zo natuurlijk niet kon en dat ik overigens ook geen antwoord had gekregen op mijn vraag of het dwangbevel ingetrokken kon worden, was het antwoord, dat dit laatste niet kon, maar dat ik wel, binnen 6 weken na dagtekening, bezwaar aan kan tekenen tegen de kosten van het dwangbevel.
Dan mag ik nu wel opschieten.

Augustus 2014.
(bijna september en een jaar na de onterechte uitschrijving)
De toekenning van de 3 maanden uit 2013 zal nog even op zich laten wachten, omdat ik mijn aanvraag na 1 april 2014 had ingestuurd en dan is het wachten op de definitieve berekening van het voorgaande jaar, die is over een maandje of 3 te verwachten. Het bezwaar tegen de kosten van het dwangbevel is inmiddels de deur uit. 

Het is dat het mijn werk is. Maar de doorsnee burger was allang afgehaakt in deze Kafkaëske toestanden. Al was het maar vanwege de vele uren die ik inmiddels in de wacht heb gestaan bij de belastingtelefoon. Dat kost heel veel belminuten.